Ik ben afhankelijk van mannetjes. Terwijl er in de Nederlandse kranten een discussie gaande is over het einde van de emancipatie, gebrek aan keuzevrijheid van vrouwen en feministische golven ben ik afhankelijk van mannetjes. Ze zijn overal. En ik heb ze nodig.
De meeste mannetjes hebben een specialiteit. Het meest in het oog springen de boda-mannetjes. Zij bepalen het straatbeeld. Ze vervoeren mensen op hun motor. Of kippen, matrassen, houten palen, een varken. Meestal gaat dat gezien de inhaalmanoeuvres die ze onderweg uithalen wonderbaarlijk goed. Maar boda-mannetjes zijn niet altijd onderweg. Omdat ze met zo veel zijn, wordt er ook aardig wat gehangen. Ik heb inmiddels ontdekt dat ik dat niet te licht moet nemen. Hangen is een kunst. Voorover met het hoofd op de tank, zijwaarts tegen de dichtstbijzijnde boom of achterover met de benen op het stuur. Maar nooit té comfortabel. Want bij het zien van een potentiële klant is het zaak zo snel mogelijk te starten, de concurrentie voor te zijn en je weer in de verkeerschaos te mengen.
Ik heb ook kennis gemaakt met de in-en-om-huis mannetjes. Zij kunnen dingen die ik zelf niet kan of waar ik hier geen spullen voor heb. Het is alleen altijd afwachten of ze dat laten zien. Meestal komen de in-en-om-huis mannetjes als er iets gemaakt moet worden. Een wc, de elektriciteit, een kastje, de auto. Op het oog lijkt het eenvoudig. Ik kies het juiste mannetje in mijn telefoon. Ze staan netjes opgeslagen als Deo-hout, Joseph-taxi, John-car, Dan-frites (ben zelf ook vergeten wat de link was) en Nicolas-elektra. We spreken een tijd af en ze komen. Het kan een uurtje later zijn. Dan is het vervolgens vooral een kwestie van vertrouwen. Bijvoorbeeld als ze met drie man komen om een telefoon te maken en er één niets anders doet dan op de bank neerploffen. Of zo ongeveer alle onderdelen in de toiletpot zijn vervangen, maar er nog steeds water op de vloer lekt. Ze per ongeluk vergeten zijn een aantal cruciale onderdelen op te nemen in de offerte, waardoor de klus eindigt met nóg een onderhandeling.
Oppassen is het met de voor-je-het-weet-zijn-ze-al-weer-weg mannetjes. Hun specialisme is verdwijnen. Shawn is zo’n mannetje. Tijdens de eerste weken van mijn verblijf in Uganda kwam ik hem bijna dagelijks tegen. Ik dacht eerst dat hij ook van goede cappuccino’s hield en me daarnaast wel wilde helpen met de aanschaf van een auto. Maar toen ‘zijn’ auto het niet werd, heb ik hem nooit meer gezien. De voor-je-het-weet-zijn-ze-al-weer-weg mannetjes lopen ook op straat, meestal met alles wat je op dat moment net niet nodig hebt. Beltegoed, 3 kilo mango’s, een vis, elektrische vliegenvangers of wc-papier. Maar soms is het raak. Dan komt er uit het niets ineens een mannetje tevoorschijn met het gedroomde product. Nooit aarzelen, meteen doen. Voor je het weet zijn ze alweer verdwenen.
Tot slot mijn persoonlijke favorieten: de veiligheidsmannetjes. Net als de boda-mannetjes zijn ze overal. Ik vind ze als ik boodschappen ga doen, bij restaurants en ook gewoon in de tuin. Veiligheidsmannetjes kunnen goed helpen, bijvoorbeeld als ik de auto op een minuscule parkeerplaats moet zetten. Rond zonsondergang zie ik ze in grote getale in de achterbak van pick-ups, op weg naar hun nachtelijke locaties. Altijd strak in het uniform. Ze zijn ingetogen, want veiligheid is natuurlijk een serieuze aangelegenheid (…). Al verdenk ik de twee van de supermarkt er van dat ze gewoon graag ontdekken wat er in mijn tas zit. Het mooiste aan veiligheidsmannetjes is dat ze hun gespeelde afstandelijkheid zo snel verliezen. Dat de strenge militair die een van de cruciale bruggen over de Nijl bewaakt me na 5 minuten om mijn telefoonnummer vraagt. Dat bij het veiligheidsmannetje met het grote geweer ineens een Backstreetboys ringtone afgaat. Dat ik nacht-guard Doctor roep en hij me niet hoort omdat hij op zijn telefoon over verschillende soorten cake-glazuur zit te lezen.
Mannetjes, ze maken mijn dag.